Yang Fei wordt geboren in een rijdende trein en opgevoed door een wisselwachter. Wanneer hij op zijn 41ste overlijdt, is er geen geld voor een graf. Daardoor is hij gedoemd tot rusteloos rondzwerven in het hiernamaals. Hij ontmoet de doden uit zijn eigen leven, zoals zijn vader en zijn ex-vrouw, maar ook de slachtoffers van het moderne China: de zelfmoordenaars, orgaanverkopers, onschuldig terdoodveroordeelden. De reis van Yang Fei brengt de diepgewortelde absurditeiten in de ziel van de Chinese natie naar boven.
Quotes:
‘Het opvallende aan de roman is dat de zogenoemde “doden zonder graf” vaak al zo lang in de schemerzone verblijven dat ze hun vlees verliezen en een soort levende skeletten worden, waardoor er een enigszins macabere maar beslist niet van gevoel verstoken, parabelachtige tekst ontstaat.’ – NBD Biblion