Dinah en haar zus Lisa groeien op in de jaren vijftig in Zuid-Afrika. Lisa is sterk en verstandig, terwijl Dinah zwak en kunstzinnig is. Hun vader, een ge?greerde Nederlander, heeft de energie van een wervelwind en zingt graag liederen voor zijn vrouw. Dinahs ontwikkeling loopt parallel aan een duistere periode in de twintigste eeuw. Als de rassenwetten steeds strenger worden en de raciale onderdrukking in hevigheid toeneemt, zoekt zij haar eigen weg en emigreert ze naar Londen.