Moebdi verlaat Nederland om in zijn geboortestreek op zoek te gaan naar een bruid. Hij is een goede partij en huwbare meisjes zijn er genoeg. Maar op deze doldwaze zoektocht gaat alles mis wat mis kan gaan. Hoffelijkheid en fatsoen verliezen het altijd van zijn lust en droombeelden als Moebdi meisjes benadert.
Niet alleen de vergeefse queeste naar de ware ontmoedigt hem, ook raakt hij mistroostig door de zwendel en lelijkheid om hem heen, ondanks alle kluchtige vrolijkheid van de mensen.
Moebdi vindt troost en kameraadschap bij een bijzondere ezel, waarmee hij het liefst de bergen in trekt. Toch geeft hij niet op. Ergens wachten het geluk en de liefde.
Quotes:
‘Hilarisch en goed getroffen.’ – De Standaard