Niets lijkt Lavinia, een jonge architecte uit een gegoede Latijns-Amerikaanse familie, in de weg te staan om een voorspoedige carrière en een comfortabel leven te hebben. Maar haar leven verandert radicaal wanneer ze via haar minnaar Felipe bij de guerrillabeweging wordt betrokken. Als Lavinia opdracht krijgt het huis te ontwerpen van een beruchte generaal is ze veroordeeld tot een zenuwslopend dubbellleven. Steeds scherper beseft ze dat een explosie van geweld onontkoombaar is… Lavinia’s verhaal wordt afgezet tegen de geschiedenis van Itzá, een Indiaanse die ten tijde van de conquista tegen de Spanjaarden streed. Itzá symboliseert de geest van verzet en emancipatie – een onsterfelijke geest, die in deze roman Lavinia’s lichaam tot woning kiest.