De beslissing van Bert Williams om samen met zijn vriend George Walker ‘de nikker’ te spelen, was een uiterst pijnlijke. Ze hadden in houthakkerskampen en mijnwerkersstadjes gespeeld, maar om door te breken moesten ze een list bedenken. Williams, een waardige, grote man met een lichtgekleurde huid, schminkte zijn gezicht zwart en werd op het podium een sloffende en onbeholpen ‘nikker’. Onmiddelijk werden ze een kassucces, met Walker in de rol van dappere, rechtgeaarde man en Williams als stuntelende dwaas. Hun succes hield lange tijd aan, maar Williams bleef voortdurend gevangen door zijn kurkzwarte gezicht.