Het is juni 1940. De Duitsers staan op het punt Parijs binnen te vallen en acht miljoen Parijzenaren vluchten naar het zuiden. Onder hen ook LéonWerth en zijn vrouw. Iedereen – arm en rijk, van vrouwen alleen tot complete gezinnen – ontvlucht de stad, zo goed en zo kwaad als het gaat. In auto’s, op fietsen, op ossenwagens, liftend of lopend. Iedereen heeft honger, iedereen is kapot, iedereen is op zoek naar onderdak, eten, benzine, en vooral naar hoop.
Quotes:
‘Werth beschrijft in een mengeling van “gebeurtenis, emotie en opinie” de algehele ontheemding waarvan hij zelf onderdeel is.’ – ***** NRC Handelsblad
‘Mooi schetst Werth de onwennige eerste dagen van de Duitse bezetting, die aanvankelijk onschuldig lijkt.’ – ***** NRC Handelsblad