Élisabeth Gille (1937-1996) wachtte tot ze de vijftig gepasseerd was voor zij zich met haar moeder durfde meten. Haar eerste boek was een biografie van Irène Némirovsky, geschreven in de ikvorm. Dat maakte meteen duidelijk dat haar schrijverschap belemmerd werd door de lastige positie waarin ze verkeerde, en die tegelijkertijd haar hoofdthema vormde, namelijk het feit dat ze de dochter van een auteur was. En niet van zomaar een auteur, maar van een schrijfster die op het toppunt van haar roem uit rassenhaat vermoord was.
Foto: privé-archief van Denise Epstein