Kleihuid

Herien Wensink

Vlaanderen, 1918. In een geïmproviseerd revalidatieoord achter het front delen de Britse officier Rupert Atkins en soldaat Harvey Cole noodgedwongen een kamer. Harvey herstelt moeizaam van zware verwondingen aan zijn gezicht, met Rupert is ogenschijnlijk niets mis maar hij verzet zich tegen zijn verblijf en weigert over zijn frontervaringen te praten. In eerste instantie wordt hun contact getekend door afkeer, maar gaandeweg ontstaat een wederzijdse fascinatie. In de confronterende nabijheid van de ander moeten ze zich leren verzoenen met de schade die de oorlog geestelijk en lichamelijk heeft aangericht.