Kameleon onderneemt een roadtrip naar een mogelijke vrouwelijke identiteit, die ergens tussen lichaam en taal geconstrueerd wordt. Via een veelheid aan herinneringen, gedaanten en landschappen wordt – als kon het bereisd worden – het domein van een meisjeslichaam verkend, en steeds weerklinkt dezelfde, naïeve wens naar een symbiotisch bestaan, dat – ondanks de rekbaarheid van poëzie – net niet bereikt kan worden.