Hoogteroes

Harald Jähner

Duitsland, 1918. Het einde van de Eerste Wereldoorlog, de Novemberrevolutie, de zege van de democratie. De jonge Republiek van Weimar had slechts vijftien jaar de tijd om zich te ontwikkelen voordat Adolf Hitler en zijn regime aan de macht kwamen. In cultureel en sociaal opzicht lukte dat op adembenemende wijze: Bauhaus en de nieuwe zakelijkheid domineerden architectuur en kunst, tradities werden ter discussie gesteld, de vrouwenemancipatie nam een hoge vlucht, nieuwe beroepen zagen het licht en het leven werd vrijer, ook op seksueel vlak. Er werden belangrijke sociale hervormingen doorgevoerd, alles moest anders: leven, denken en genderverhoudingen. En veel van toen oogt nu verbazingwekkend modern. Een groot deel van de Duitsers kon zich echter niet vinden in de veranderingen. Er was angst voor zedelijk verval, voor de heerschappij van het goedkope. Toen het geld opraakte en de toekomst steeds donkerder werd, openbaarde zich een diepe kloof in de maatschappij.

‘Zo werd dit decennium nog niet eerder beschreven […] Zo goed, zo vernieuwend, zo spannend.’ – Süddeutsche Zeitung

De pers over Jähners vorige boek Wolfstijd:

‘Stilistische zwier en oog voor detail.’ ***** – de Volkskrant

‘Een fascinerende geschiedenis […] Een baanbrekend boek.’ ••••• – NRC