In de herfst van 1963 gaat Annie Ernaux als studente naar bed met een jongen die ze die zomer had leren kennen. De relatie is geen lang leven beschoren, maar ze is wel onbedoeld zwanger geraakt. Tegen de stroom in besluit ze na een lange afweging clandestien (de wetgeving werd pas in 1975 geliberaliseerd) abortus te laten plegen. En détail, zonder valse emoties en zonder omhaal, beschrijft ze wat er gebeurt. Het voorval is een sublieme indruk van pure eerlijkheid en authenticiteit.
Zoals in Ernaux’ succesvolle memoir De jaren vormt haar eigen leven de aanzet voor een mentale archeologie, over schaamte, vrijheid, klassenverschillen en feminisme.
Nobelprijs voor de Literatuur 2022.