In Hersenpap zijn de dingen niet wat ze zijn. Zo beseffen geliefden dat ze voor elkaar ook bestaan in de ruimte tussen hun atomen. Ze leven een bladzijde lang juist omdat ze voortdurend veranderen en nooit blijven wie ze een seconde geleden waren. Je bent voortdurend verliefd op wie er eigenlijk al niet meer is, een paradox die kenmerkend is voor de poëzie van Wiljan van den Akker. Op onnavolgbare wijze laten deze muzikale, van betekenissen overlopende gedichten de lezer alle hoeken van het bestaan zien. Waar tegenstellingen in zijn met de C. Buddingh’-prijs bekroonde debuut De afstand de vorm aannemen van gedichtenparen, zijn ze in Hersenpap neergedaald in afzonderlijke teksten. Dat daarbij ook gelachen mag worden, zoals bijvoorbeeld om een reeks moedige, lachwekkende en vertederende pogingen om nu eens eindelijk te leren vliegen, hoeft bij deze dichter geen verwondering te wekken. Ook humor bedient zich immers van de paradox.