‘Mijn moeder is gestorven op maandag 7 april [1986] in het bejaardencentrum van Pontoise, waar ik haar twee jaar geleden had geplaatst.’ Deze nuchtere beginzin noteert Annie Ernaux een week na de dood van ‘de enige vrouw die werkelijk iets voor mij betekend heeft’. Ze gaat door met schrijven in de hoop dat het iets oplevert ‘op het raakvlak van het persoonlijke en algemene, van de mythe en de geschiedenis […] een waarheid over mijn moeder […] die slechts met woorden gevonden kan worden.’
Het resultaat is een tekst die, in droge en concrete taal, een heel persoonlijke en universele smart onthult.