In zijn zeer korte teksten, nooit langer dan 120 woorden, schetst Nyk de Vries met treffende formuleringen een vaak absurdistische situatie. Uit veel van de teksten spreekt humor, maar de wrange werkelijkheid is nooit ver weg. In dit boek laat De Vries zien waar zijn beroering vandaan komt. Hij kijkt terug naar zijn jeugd in Friesland, waar bouwvakkers denken dat ze God zijn, dienstmeisjes ook ’s nachts werken en alle groente in de sloot verdwijnt. Maar net zo vaak kijkt hij in de toekomst, waar experts huilen om wat ze hebben aangericht, de Amerikaanse droom nostalgie is geworden en nieuwe fietsen niet kunnen verhullen dat een relatie al lang in stukken ligt.