In De aanslag in Sarajevo combineert Georges Perec een historisch met een autobiografisch gegeven. Hij wisselt een verhaal over een driehoeksverhouding af met een reconstructie van de moord op Frans Ferdinand, die leidde tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In het liefdesverhaal hebben de ik-figuur (die als twee druppels water op de jonge Perec lijkt) en Branko (gebaseerd op een docent kunstgeschiedenis met wie Perec in Parijs kennis had gemaakt) allebei een relatie met Mila. De rivaliteit die dat oplevert belandt in een precaire fase wanneer de ik-figuur besluit Branko uit de weg te laten ruimen.
Na De Condottiere (daterend van 1960) is De aanslag in Sarajevo (1957) een tweede nooit eerder gepubliceerde roman van Perec. De typoscripten van beide romans zijn vele jaren na zijn dood teruggevonden. De tekst is bezorgd door Claude Burgelin, een van Perecs oudste vrienden.