Op advies van zijn broer, die verslaggever is bij de Volkskrant, verlaat Alex Verburg in het begin van de jaren zeventig de School voor de Journalistiek om in de praktijk te gaan werken.
Hij begint klein, bij de Texelse Courant, maakt in de jaren tachtig bij de grote publiekstijdschriften naam als interviewer en krijgt een vast dienstverband aangeboden bij de VNU. Er verschijnen twee interviewbundels: Eindelijk volwassen? (met tekeningen van Peter van Straaten) en Gelijk het gras – interviews over de vergankelijkheid.
Het Nederlands Uitgeversverbond nomineert Alex Verburg in 1998 voor de titel Journalist van het Jaar. ‘Boeiend van de eerste tot de laatste letter’, oordeelt de jury over zijn werk. ‘Hij is een schrijver die van beroemdheden echte mensen maakt.’
In 2001 tekent hij het levensverhaal op van Liesbeth List, Het voorlopige leven van Liesbeth List. De Arbeiderspers brengt het jaar daarop zijn literair debuut uit, Het huis van mijn vader, een roman over liefde, verlies en verlangen.
Onder auspiciën van het Gergjev Festival wordt in 2003 Verburgs theatermonoloog Prokofjevs terugkeer naar Rusland opgevoerd in De Doelen te Rotterdam. ‘Een sfeervolle en beeldenrijke monoloog,’ schrijft NRC Handelsblad, ‘aangrijpende melancholie.’ En De Telegraaf: ‘De heimwee naar Rusland intens tot uitdrukking gebracht.’
Op En najagen van wind (2004), de tweede roman van Alex Verburg, volgt in september 2006 De verzoening, het geautoriseerde levensverhaal van Hank Heijn. Zij is de weduwe van de in 1987 ontvoerde Gerrit Jan Heijn, die na een sadistisch spel dat zeven maanden heeft geduurd, vermoord is teruggevonden.
Dwalingen (2009), zijn jongste roman, is een waargebeurd liefdesdrama tijdens de Tweede Wereldoorlog, in een plaatsje ergens aan de Noordzeekust.