Johan van de Gronden (1963) is filosoof en directeur van het Wereld Natuur Fonds. Hij is gefascineerd door de parallellie tussen biologische en culturele diversiteit, schrijft over landschap en moraal, en zet zich in voor natuurbehoud en natuurherstel in de meest uiteenlopende windstreken van de wereld. Suriname, waar hij jaren woonde, is zijn grote liefde. Hij bepleit een grondige herziening van natuur- en landschapsbeleid in eigen land, dat naar zijn oordeel is verschraald tot een afgeleide economische nutsfunctie.
‘Vooralsnog heb ik mijn vorm gevonden in het essay: een verhalende, persoonlijke beschouwing die het moet hebben van zijpaden, strijklicht, het filter van de herinnering en een tastende dialoog met geestverwanten. Bewijzen hoef ik niets. Een sprankje verwondering delen is alles wat mij drijft.’
Ondanks alle tekenen van een ecologische crisis die volgens sommigen heuse trekken van een uitsterfgolf heeft aangenomen, is de toon van zijn essays vaak optimistisch. ‘Zolang wij ons nog door schoonheid en kennis laten beroeren is alles mogelijk,’ zo besluit hij zijn boek Wijsgeer in het wild, dat in mei 2015 verscheen bij Athenaeum – Polak & Van Gennep.