Eva Schloss-Geiringer vluchtte als jong meisje in 1938 met haar familie uit Wenen. Na een kort verblijf in een vluchtelingenpension in Brussel kwam zij in 1939 naar Amsterdam. Ondanks de dreiging van oorlog en bezetting beleefde ze enkele gelukkige jaren. Het was een tijd van op straat spelen, ook samen met Anne Frank, haar overbuurmeisje op het Merwedeplein.
In 1942 dook Eva samen met haar moeder onder. Haar vader en haar broer Heinz gingen elders in onderduik, maar het hele gezin werd in 1944 verraden en op transport gesteld naar Auschwitz-Birkenau.
Eva en haar moeder overleefden de gruwelen van het kamp op wonderbaarlijke wijze. Na de bevrijding van het kamp maakten ze een lange reis, door Rusland en over de Middellandse Zee, om uiteindelijk ‘thuis’ aan te komen, in Amsterdam. Eva maakte de middelbare school in Nederland af. Maar omdat ze niet meer kon aarden in Amsterdam, vertrok ze naar Engeland. Daar trouwde zij, kreeg drie kinderen en opende ze in Londen een antiekzaak.
Eind jaren tachtig besloot Eva Schloss-Geiringer de jaren in Auschwitz-Birkenau te boek te stellen. Ze deed dat samen met de journaliste Evelyn Julia Kent. Het boek verscheen in 1988 onder de titel Eva’s Story: A Survivor’s Tale, by the Stepsister of Anne Frank. ‘Stiefzusje van Anne Frank’, want in 1953 trouwde Eva’s moeder met Otto Frank, de vader van Anne.