Lof en blaam

Lof van het huwelijk / Lof van de geneeskunde/ Lof der Zotheid / Brief aan Maarten van Dor / Julius buiten de hemelpoort

Desiderius Erasmus

Erasmus van Rotterdam (1466 – 1536) was een wereldburger, die vanuit Parijs, Oxford, Leuven, Venetie of Bazel altijd zijn medemens wilde opvoeden. Als overtuigd humanist hield hij zijn publiek het beste uit de Oudheid voor, maar wel in het licht van het christendom: Erasmus wilde zijn tijdgenoten tot ware christenen maken, niet via de theologie maar op basis van ethische normen uit de klassieken en vooral het Nieuwe Testament. Deze moralist in hart en nieren gebruikt daarvoor alle middelen die hem ter beschikking staan, en vaak is dat verpakt in spot en ironie, waarmee hij dan zelf enigszins ongrijpbaar blijft.
In dit boek zijn vier werken bijeengebracht die aanprijzen of bekritiseren: de geneeskunde en het huwelijk worden geprezen in twee redevoeringen, die Erasmus, karakteristiek, niet geheel voor zijn eigen rekening neemt: de Lof van de geneeskunde legt hij een ander in de mond, de Lof van het huwelijk ging ooit gepaard met een rede tegen het huwelijk. De Lof der zotheid is zijn paradoxale meesterstuk, waarin Dwaasheid de Dwaasheid prijst en lof en kritiek onontwarbaar vervlochten zijn. En Julius buiten de hemelpoort is zo’n venijnige staire op de overleden paus Julius II dat Erasmus altijd ontkend heeft de auteur te zijn. Aan dit geheel is de uitvoerige rechtvaardiging van de Lof der Zotheid toegevoegd, die Erasmus schreef aan Maarten van Dorp. Met alle vier deze werken wil Erasmus zijn lezers tot betere mensen maken, meestal met zijn scherpe spot en meeslepende stijl als beste wapens.