‘Petra Quaedvlieg is zich bewust van haar positie als niet-Chineessprekende buitenlander, maar stelt daar een open en energieke houding tegenover. Bovendien maakt zij van de nood een deugd door een aantal grote portretten te schilderen van overzeese Chinese vrouwen die naar China zijn teruggekeerd. Daarin komt hun eigen kijk op cultuurverschillen met het Westen goed naar voren. Hier koppelt zij, zoals nagenoeg overal in het boek, haar persoonlijke leven op een aangename, bescheiden manier aan haar journalistieke nieuwsgierigheid.’ – Mark Leenhouts over In Shanghai
Als Petra Quaedvlieg de onveiligheid van Johannesburg ontvlucht en met man en dochter
naar Shanghai verhuist, komt ze niet in het exotische Verre Oosten terecht. Shanghai maakt
een grijze en eentonige indruk: een regenachtige stad met rommelige straten en kleurloze woontorens.
Met saai geklede mensen die allemaal op elkaar lijken, mensen met wie ze weinig sociaal contact heeft.
Dat verandert door ontmoetingen met teruggekeerde Chinese vrouwen. Moeders met wie ze aan de schoolpoort over China praat, het land dat zij eerder waren ontvlucht. Waarom zijn ze teruggekomen? Hoe ervaren zij Shanghai? De schrijfster besluit hun voorgeschiedenis op te tekenen:
verhalen die getuigen van een turbulente historische periode die men in China liever vergeet.
Zo vindt Petra Quaedvlieg langzaam haar plek in de metropool die de reputatie heeft de meest internationale stad van China te zijn. Met dit verslag van de dagelijkse gebeurtenissen in de buurt en op de school van haar dochtertje, en van de ontmoetingen met filmmakers, kunstenaars en straathandelaars, biedt ze de lezer veelzeggende momentopnames van het hedendaagse Shanghai.
Een dynamische en rauwe stad, die razendsnel moderniseert, maar die vaak nog ouderwets en autoritair blijkt. Die op economisch gebied grote vrijheden heeft gekregen, maar waar op menselijk
terrein nog veel te winnen valt.