De Britten betalen met thrippens’ en florins, in Zweden houden ze links, de Italiaanse politie rijdt in Alfa Giulia’s en in Griekenland rijden ze schildpadden dood. Welkom in de jaren zestig, waarin Han Lörzing liftend en met een oude bestelbus Europa ontdekt. Reizen is een vorm van volwassen worden: in het begin verbaast de schrijver zich over de wijde wereld die voorbij Oldenzaal, Vaals en Zundert ligt, maar met de jaren verdwijnt zijn naïviteit en wordt hij een geroutineerd reiziger. Aan het eind is zijn kaart van Europa volgetekend en is zijn rite de passage voorbij.
De lezer van Grenskoorts reist met de schrijver mee door een Europa dat er heel anders uitziet dan nu. Het heeft veel en harde grenzen. Controle is overal, en niet alleen aan het IJzeren Gordijn. Er zijn grote verschillen tussen de landen: sommige zijn straatarm, andere onvoorstelbaar rijk. In de binnenlanden van Europa zijn de leegte en de stilte indrukwekkend en de nachten overweldigend. Snelwegen zijn er nauwelijks: lifters reizen over oude hoofdwegen van de ene kerktoren naar de andere en hebben ruim de gelegenheid om landschap en bevolking te leren kennen. Grenskoorts toont vanuit de berm en vanachter het stuur een verdwenen Europa.