‘Plotseling was het zo donker geworden dat je geen hand voor ogen meer zag. Alleen de golven die vlak langs de Voorzienigheid joegen, lichtten op alsof ze ogen hadden en de boot wilden opslokken. Niemand durfde nog een woord te zeggen, midden op die zee die ziedde tot zover het oog reikte.
‘Als je het mij vraagt,’ zei ’Ntoni opeens, ‘gaat vanavond onze hele vangst naar de duvel.’
‘Hou je mond!’ zei zijn grootvader, en zijn stem in de duisternis deed zijn kleinzoons op hun bankje ineenkrimpen.
Je hoorde de wind gieren in het zeil van de Voorzienigheid en de schoten jankten als gitaarsnaren. Ineens begon de wind te fluiten als de stoomtrein die boven Trezza uit het gat in de berg tevoorschijn komt, en toen kwam er uit het niets een vloedgolf aanrollen die de Voorzienigheid deed kraken als een zak walnoten en haar de lucht in gooide.’
Sicilië, ten tijde van de Italiaanse eenwording: schipbreuk, faillissement, dood en cholera zijn slechts een paar van de rampen waardoor de familie Leegloper wordt getroffen. Giovanni Verga verhaalt op realistische en ontroerende wijze van alle tegenslag waarmee de arme vissers in het dorpje Trezza te kampen hebben en schetst daarnaast met een vaak uiterst humoristische ondertoon het reilen en zeilen van de dorpsbewoners met al hun eigenaardigheden.