De monsterlijke en gebochelde Quasimodo, die doof is geworden door het oorverdovende geluid van de klokken die hij moet luiden; de jonge zigeunerin Esmeralda, die door haar betoverende schoonheid mannen in de afgrond stort; de ijdele Phoebus en de sluwe diaken Frollo: niemand ontsnapt aan zijn noodlot in De klokkenluider van de Notre-Dame.
Op zijn veertiende zei Victor Hugo (1802-1885) dat hij Chateaubriand, indertijd beschouwd als de grootste Franse schrijver, wilde worden en anders niets. Door zijn enorme oeuvre, lange literaire carrière en de diversiteit van zijn werk loste hij die belofte aan zichzelf in: Hugo domineerde de Franse literatuur bijna de gehele negentiende eeuw. De klokkenluider van de Notre-Dame en Les misérables behoren tot zijn bekendste werken.