Tussen Achilles, de door Homerus in de achtste eeuw voor Christus verbeelde oerheld, en Attila de Hun, die in de vijfde eeuw na Christus het Romeinse rijk op zijn grondvesten deed trillen, liggen ruim1200 jaar. In die periode maakte het concept held een grote ontwikkeling door. Was roemin het begin alleen voor krijgers weggelegd, later konden ook anderen er aanspraak opmaken.
In Bejubeld en verguisd portretteert Fik Meijer een dertigtal helden. Vele grootheden komen aan bod: krijgers, verzetsstrijders, gevaarlijke tegenstanders, politici, wijsgeren, slavenleiders, erudiete of rebelse vrouwen, wetenschappers, topsporters, culthelden en gevallen helden. Wie werd bewonderd, wie verguisd?
Waarom kreeg Solon in Athene waardering voor zijn sociale en politieke hervormingen en werden de gebroeders Gracchus in Rome weggehoond toen zij hetzelfde nastreefden? En waarom vielen Alcibiades in Athene en Catilina in Rome van hun voetstuk, terwijl mindere goden geëerd werden?
Niet alleen beroemdheden als Achilles, Alexander de Grote, Augustus,Hannibal, Pericles en Socrates komen aan bod, ook minder bekenden als Boudicca (verzetsleidster in Brittannië), Diocles (topsporter), Hypatia (filosofe in Alexandrië) en Pytheas (ontdekkingsreiziger) worden langs de meetlat van de roem gelegd. Zelfs de anonieme helden van Masada worden niet vergeten.
Fik Meijer schreef onder andere Macht zonder grenzen,Gladiatoren en Vreemd volk, die vele herdrukken beleefden.