Dante Alighieri werd geboren in Florence in de vroege zomer van 1265 in een familie van laag-aristocratische afkomst. Rond 1285 trouwde hij Gemma di Manetto Donati, die hem drie (of vier, daarover bestaat onzekerheid) kinderen schonk. Dante studeerde rhetorica, grammatica, filosofie, literatuur en theologie. Hij was een leerling van Brunetto Lantini, die grote invloed had op zijn ontwikkeling. Na de dood van Bice di Folco Portinari, in zijn werk is zij Beatrice, verdiept Dante hij zich in de filosofie en de theologie. Dante’s politieke carrière startte in 1295, toen hij zich voegde bij een medisch vakgenootschap. Uiteindelijk werd Dante een priore, een soort stadsbestuurder. Hij raakte echter verwikkeld in een politiek steekspel. Hij werd beschuldigd van onder andere fraude en moest als straf een boete betalen en voor twee jaar in ballingschap gaan. Toen hij weigerde de boete te betalen, werd hem de doodstraf opgelegd. Dante vertrok toen uit Florence en keerde niet meer terug. Hij verbleef lange tijd onder het protectoraat van Bartolomeo della Scala in Verona en verhuisde daarna naar het Toscaanse Lunigiana en vervolgens naar Poppi en Lucca. In 1313 keerde hij terug naar Verona, waar hij woonde tot 1319. De laatste jaren van zijn leven verbleef hij aan het hof van Guido Novello da Polenta, waar hij stierf in 1321. Hij werd begraven in de kerk van San Francesco, waar zijn doodskist zich nog steeds bevindt. Dante schreef zowel in het Italiaans als in het Latijn. In de Divina Commedia beschrijft Dante zijn reis die hem door het vagevuur (Purgatorio) en de hel (Inferno) uiteindelijk naar de hemel (Paradiso) voert. Andere werken van Dante in het Italiaans zijn Vita Nuova, de Convivio, Rime, Il Fiore en Detto d’Amore. De Vita Nuova is een anthologie van Dante’s vroege gedichten, over zijn liefde voor Beatrice. Beatrice verschijnt later ook in deDivina Commedia. In het Latijn schreef Dante De Vulgari Eloquentia, de Monarchia, de Epistles, de Eclogues en Quaestio de aqua et de terra.