Aristoteles leefde van 384 tot 322 v. Chr. Hij werd geboren in Stagira in Noord-Griekenland en overleed in Chalcis op Euboea. In 367 kwam hij naar Athene om in de Academie van Plato (427-347) te studeren, o.a. wiskunde, filosofie en staatkunde. Na Plato’s dood verliet hij Athene en was hij o.a. in Macedonië als opvoeder van Alexander de Grote (356-323). Hij keerde in 335 naar Athene terug en stichtte daar zijn eigen school, het Lyceum. Na de dood van Alexander verliet hij Athene wegens de politieke toestand. De periode 335-323 wordt als de belangrijkste beschouwd voor zijn werkzaamheid als filosoof en organisator der wetenschappen.