De franciscaan Peter Pex wordt naar ‘het slechtste dorp van Nederland’ Veenhuizen gestuurd, waar eerder geen enkele pastoor het heeft kunnen uithouden. Hij komt er in 1936 in dienst van de rijkswerkinrichtingen. Vol vuur begint hij aan zijn taak en probeert tegelijkertijd het hiërarchisch georganiseerde justitiedorp te doorgronden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog belandt hij samen met zijn huishoudster in het verzet. Ze krijgen een geheime liefdesrelatie, die steeds ingrijpender en gecompliceerder wordt. Hollands Siberië vertelt over de opkomst en ondergang van een man die alleen ’s nachts zichzelf kan zijn.