Mads en de jonge Gwen wonen in een diep, ondoordringbaar bos. Mads vertelt Gwen over de wereld en hoe die op gruwelijke wijze ten onder is gegaan. Zij zijn de enige overlevenden. Beschut door de wildernis leven ze samen van dag tot dag, tot het sobere bestaan Gwen begint te benauwen. In haar rebellie begaat ze per ongeluk een vreselijke daad die alles verandert.
En dat is nog voordat er een pratende kat komt aangelopen en de vlammen die hun oude leven hebben verzwolgen tot in het bos blijken te reiken.
Een sprookjesachtige roman over een onalledaags gezinsleven, een onalledaagse apocalyps en over hoever we bereid zijn te gaan voor een gevoel van veiligheid.