De geur van onze aarde

Kenizé Mourad

Maha wordt vandaag achttien.

Om dat te vieren heeft ze al haar vrienden, ongeveer twintig jongens en meisjes, uitgenodigd en haar beste cd’s uitgezocht, want ze gaan de hele nacht dansen. Haar moeder heeft de hele afgelopen nacht taarten gebakken en ze heeft de tafel prachtig gedekt, met het witte damasten tafellaken en het porseleinen servies dat ze van haar grootouders ge?d hebben.

Maha kijkt met lege ogen naar de tafel.

Haar vrienden kunnen niet komen.

Die ochtend kondigde de radio aan dat het Isra?sche leger weer een uitgaansverbod instelde voor de hele week. Waarom? Niemand die het weet. Er zijn al enige tijd geen aanslagen meer gepleegd. Het is vast gewoon omdat het joodse Loofhuttenfeest eraan zit te komen en de Isra?’s zich veiliger voelen als de drie?enhalf miljoen Palestijnen dan opgesloten thuis zitten. Zoals bij elk joods feest.

‘Het is niet erg,’ zegt Maha met een trillend lachje, ‘we geven de taart wel aan de buurkinderen…’