Het karakter van de 40-jarige columniste Sheilagh Fielding is stekelig als een artisjok: bitter op het diepgelegen hart na en meer ongenietbare stukken dan delicate. Nadat ze ooit van school werd gestuurd, ging ze columns schrijven voor de lokale krant onder de titel ‘Fielding de Vervalser’. Met haar scherpe tong, haar één meter negentig en haar kreupele been ten gevolge van tbc werd ze algauw een beschimpte en gevreesde figuur.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog trekt ze zich met haar notities, dagboeken, brieven en liters whisky terug op een onbewoond eilandje voor de kust van Newfoundland. Terwijl ze al lezend en schrijvend in het reine tracht te komen met haar verleden, verschijnen alle demonen, oude vetes en verloren liefdes weer op het toneel en krijgt ook de broze Sheilagh Fielding een gezicht.