De haringvrouwen van de Hallen, de verkoopsters van verse vis, al die robuuste vrouwen drinken ’s ochtends hun koffie met melk, net zogoed als de markiezin en de hertogin. De deskundigen moeten maar uitmaken welke uitwerking deze drank uiteindelijk op de constituties heeft. Ik zie in Parijs niemand meer ontbijten met een glas wijn.’
Dit is slechts een van de talloze observaties van Louis Sébastien Mercier die hij publiceerde in de twaalf delen van Tableau de Paris, verschenen tussen 1781 en 1788. Mercier werd er wereldberoemd mee, dat wil zeggen in heel Europa. Hij bracht dan ook iets nieuws: een beschrijving in 1050 op zichzelf staande hoofdstukken van het dagelijks leven in Parijs, de hoofdstad van de wereld. Daarbij komen de meest uiteenlopende onderwerpen aan de orde: huurrijtuigen, wandelstokken en openbare toiletten, ambtenaren, lichte vrouwen en schoenlappers, inentingen, politievonnissen en goede manieren. En passant portretteert Mercier diverse tijdgenoten, van schrijvers als Diderot, Rousseau en de Crébillons tot en met de architect Ledoux, de actrice Marie-Joséphine Laguerre en de kleine Parijse burgerman Blunet (de Hercules van Parijs).
Mercier kan met recht de eerste columnist worden genoemd. Beurtelings geschokt en geamuseerd, nu eens ironisch of raillerend, dan weer vermanend, steeds op zoek naar de illustratieve anekdote heeft Mercier een uiterst boeiende, welhaast documentaire schildering van zijn tijd – het prerevolutionaire Parijs – nagelaten en vooral, zoals deze royaal toegelichte selectie van Willem Derks laat zien, een geestig commentaar op de menselijke komedie, die van alle tijden is.
Louis Sébastien Mercier (1740-1814) was in zijn tijd een bekend schrijver die vrijwel alle genres beoefende. Zijn roem werd definitief gevestigd door de publicatie van Tableau de Paris. Hoewel hij zelf in de vergetelheid raakte, bleven bloemlezingen uit Tableau de Paris (tot in deze eeuw en in Japan toe) verschijnen.