Lamia, kinderarts in Algiers, leeft zonder illusies. Ze gaat gebukt onder de toestand waarin haar land verkeert; de strenge voorschriften van de islam, de wijdverbreide corruptie, de moeite die het kost om zich aan de armoede te ontworstelen, de achterstelling van de vrouw. Lamia vlucht in haar dromen en herinneringen, in eenzaamheid en afzondering.
Op een dag staat er een meisje van zestien, uitdagend gekleed en vijf maanden zwanger, bij haar op de stoep. De opgewekte Ch?fa geeft Lamia een reden om de toekomst wat positiever te zien en meer vertrouwen te krijgen in haar land. Als Ch?fa haar dochtertje baart, sterft ze. Voor Lamia wordt dit kleine meisje haar bestaansreden.