In Zakopane, Polen, groeien rond 1900 twee vrienden op: Bron en Stas. De jongens zijn onafscheidelijke zielsverwanten.
Stas treedt in de voetsporen van zijn vader en wordt kunstschilder. Bron is een veelbelovend antropoloog. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog vertrekken ze samen naar Australi?Bron gaat veldonderzoek doen naar primitieve volkeren. Stas probeert door de reis de zelfmoord van zijn verloofde te verwerken.
Onder invloed van de oorlog ontstaat er een pijnlijke verwijdering tussen de mannen.