Een augustusmorgen, Marie Katz opent de ramen van haar slaapkamer. Het is haar verjaardag. Straks zal ze, zoals elk jaar, veertig rozen krijgen van Max, haar man. Marie Katz is een begaafd pianiste en ze is artistiek en intellectueel. Haar huwelijk met Max Meier, een man uit een bescheiden milieu, met grote politieke ambities, betekent een ommekeer. Marie schikt zich in de rol van echtgenote, zoals ze zich ook schikte in de rol van pianiste, opgelegd door haar vader. Haar eigen wil en identiteit zijn haar onbekend, ze doet wat van haar verlangd wordt. Ze draagt een masker, waarachter ze zichzelf en haar leeftijd kan verbergen. Zo verbergt ze haar angst voor het ouder worden. Veertig rozen is een gevoelig relaas over een liefde die zware tijden moet doorstaan, jeugd en ouderdom en het rollenspel van het leven. Marie Katz vertelt het verhaal van haar familie, Joods-Zwitserse textielfabrikanten, die in de negentiende eeuw vanuit Oost-Europa naar het Alpenland zijn getrokken.