1937. De jonge legeradvocaat Pietro Bailo is voor een netelige kwestie van Turijn naar Addis Abeba gestuurd, de hoofdstad van Ethiopiƫ. Hij moet een sergeant verdedigen, maar nog voor het proces is begonnen lijkt iedereen er al van overtuigd dat deze Prochet ter dood moet worden veroordeeld. In de dossiers leest Pietro gruwelijke verhalen over verdwijningen, afslachtingen en het platbranden van dorpen. De verhalen worden van verschillende kanten bevestigd, maar door een enkeling wordt Prochet ook als een held beschouwd. Pietro probeert achter de waarheid te komen, maar Prochet doet er tijdens hun dagelijkse ontmoetingen in diens cel het zwijgen toe. Het feit dat hij de doodstraf zal krijgen, lijkt hem niet te deren.
Pietro krijgt zo weinig medewerking dat hij zich serieus afvraagt waarom ze hem in godsnaam op deze zaak hebben gezet, vijfduizend kilometer van huis, ver weg van zijn liefje in Turijn.
Met zijn oude vriend Viale doodt hij al kaartend en kletsend de tijd. Pietro wordt in vervoering gebracht door een beeldschone Ethiopische vrouw, Teferi, die hem zijn geliefde in Turijn even doet vergeten. Viale waarschuwt hem dat hij niet de enige is die een oogje op Teferi heeft laten vallen. Als Pietro merkt dat ze wordt misbruikt en hij voor haar probeert op te komen, speelt hij met vuur.