Jeanne Korowa, briljant officier van justitie met een desastreus liefdesleven, onderzoekt samen met François Taine een serie bijzonder gewelddadige moorden in Parijs: afgehakte ledematen, kannibalisme en macabere mise-en-scènes.
Jeanne maakt misbruik van haar positie en installeert afluisterapparatuur in het bureau van Antoine Féraud, de psychoanalyticus die wekelijks haar ex-vriend ontvangt.
Ze beluistert per ongeluk een vreemde sessie waarbij een vader spreekt over de bloeddorstige driften van zijn autistische zoon en diens daden.
Autisme, vruchtbaarheid en prehistorie: ze leiden Jeanne naar Nicaragua, Guatemala en Argentijnse moerassen. Aan het einde van de rit zal ze in het woud een waarheid ontdekken die ze liever nooit had willen kennen.