De verhalen in Tussen hemel en aarde zijn zuiver en poëtisch, meest uiterst eenvoudig van opzet. Van buitenaf en tegelijk van binnenuit onthult de schrijfster de armzaligheid van het menselijk streven. Het gemeenschappelijke van de verschillende levens die ze beschrijft is het voortdurend ingesteld zijn op de realiteit van het onzienlijke, het zoeken naar geheimen ‘tussen hemel en aarde’.
De bundel is aangevuld met twee nog niet eerder in boekvorm verschenen verhalen en twee novellen uit haar al vroeger verschenen bundel Het ogenblik.