Het landleven

Willem van Toorn

Willem van Toorn leeft zelf op het land (Haarlemmermeerpolder), en is dus de aangewezen figuur om een cyclus gedichten over het landleven te schrijven. Bij die cyclus, die hij dus inderdaad geschreven heeft, horen foto’s (van Theo Baart). Op die foto’s wordt de troosteloosheid van het hedendaagse Nederlandse dorpsgezicht breed uitgemeten. Het menselijk element lijkt te ontbreken; maar Willem van Toorns gedichten zorgen voor een zeer op de persoon gericht complement, slechts getemperd door een haast onmerkbare ironie.
In het begin van dit boek (de cyclus ‘Het landleven’ staat aan het eind) ontbreken de beelden tegenover de gedichten; maar uit de titels, die lopen van ‘Kindertekening’ tot ‘Paolo Uccello, De slag bij San Romano’, blijkt al dat het niet verboden is je er iets bij voor te stellen dat los van het gedicht óók al een afbeelding is. Het is duidelijk dat Van Toorns thema hoe-bewoonbaar-is-de-wereld-van-mijn-gedichten daardoor op de meest veelbelovende wijze wordt gecompliceerd. Trouwens, ook in de gedichten die niet over ‘beelden’ gaan weet hij het onderste uit de kan te halen waar het de mogelijkheden en onmogelijkheden van de inleving betreft.