Mijn winter

Toon Tellegen

Arjaan van Nimwegen in het Utrechts Nieuwsblad: ‘Het gebeurt niet vaak dat een dichter vanaf zijn debuut een uitgesproken eigen geluid laat horen, dat zich in de volgende bundels consequent en eigenzinnig ontwikkelt zonder tot een maniertje te verwateren. De vondst, het nieuwe dat debuten soms zo fris en verrassend maakt, heeft maar al te vaak een anticlimax als opvolger: de dichter keert terug op zijn schreden, omdat de weg die hij insloeg doodliep of naar onvruchtbare gebieden leidde.
Bij Toon Tellegen is dat bepaald niet het geval. Vanaf zijn eerste bundel, De zin van een liguster (1980), had hij zijn eigen weg gevonden, en hij vervolgt die onverstoorbaar. Hij vindt zo nu en dan een nieuw zijpad, maar blijft de eenmaal ingeslagen richting vastberaden trouw. Zijn poëzie werd er in toenemende mate onvervreemdbaar door. Ik ken weinig moderne dichters van wie de stem zo onmiddellijk herkenbaar is.’