Een langzame val

Toon Tellegen

Daan Cartens in Kunst & Cultuur: ‘Wat Tellegen in zijn poëzie doet is meer dan het onbewuste bewust maken, hij levert in zijn gedichten een strijd met zijn “ik” die natuurlijk uit meer dan één persoon bestaat. De dubbelganger is hij ook, maar in een gewenste, verlangde, gedroomde of gehate staat. Geen gemoedstoestand blijft in Tellegens poëzie onbeschreven of ongenoemd, maar zelden zal de lezer die emoties aan de “ik”, de dichter toeschrijven. Zijn “ik” is een verbeelde eerste persoon en die kan ervaren wat een simpele “ik” niet vermag, zonder bij de lezer associaties op te roepen met het particuliere leven van de auteur. Ik (en dat is in dit geval degene die dit artikel heeft ondertekend) vind dat de aangrijpendste poëzie en in die categorie is Tellegen, niet door zijn methode, maar wel door zijn hoogst particuliere uitwerking, uniek.’