Afgewende stad

Hélène Nolthenius

Een oudere Engelse vrouw, Grace Borne, trekt zich na een mislukt huwelijk, een ongelukkige liefdesaffaire en een jachtige journalistieke werkkring in Londen terug in een primitief, geïsoleerd dorp ergens in het ‘oosten’. Haar vader, reeds lang gestorven, heeft vroeger eens een boek gepubliceerd over de vlak bij het dorp gelegen ruïne van een oude stad – naar Borne meent zo’n vierduizend jaar oud. In een geheime bergplaats vol kleitabletten vindt Borne haar nieuwe taak: moeizaam ontcijfert zij de lemen tabletten die aangrijpende religieuze evocaties bevatten uit een geheel verloren gegaan cultuurtijdperk. Borne geniet van haar eindelijk verworven evenwicht, geniet van de natuur, haar eenzaamheid, haar werk.
Maar haar rust wordt uiterlijk én innerlijk verstoord door de onverwachte komst van een praatgrage, redderende schoonzuster. Dit is de eerste van een reeks tegenslagen die Borne erop wijzen hoe gevaarlijk het is voor een mens zich volkomen van de wereld af te wenden. Maar ook tussen de brokstukken van wat een vergeefs leven lijkt blijft deze vrouw overeind staan als het toonbeeld van wat ons van de rest van de wereld onderscheidt – onze zelfstandige denkkracht.