Twee mannen en twee vrouwen vertellen over hun leven en zij doen dit alle vier op een andere manier en in een andere vorm.
‘De gouden smaak van toast’ is zómaar, tenminste, dat zou het kunnen zijn, een verhaal over een rijke en eenzame werkstudent.
‘Afscheid met open ogen’ is de nachtelijke overpeinzing van de woedende en bedroefde apothekeres – een kleine nachtmuziek voor telefoon en orkest van de stilte.
‘Eros op het kerkhof’, het lange verhaal van de reizende journalist, heeft de vorm van ironische, bitterzoete memoires gekregen.
‘Het standbeeld van de vader’ is de ontroerende onthulling van een fabrikantenweduwe in de vorm van een brief die zij aan haar gewezen minnaar schrijft.
De verhalen over deze mensen hebben drie dingen gemeen: dat ze alle ten dele in het buitenland spelen, dat ze ‘inzake de liefde’ handelen, en dat de vier hoofdfiguren elk een ontdekking doen over hun liefde. – Of dat nu liefde is als ‘eros’ of ‘amour’, of de liefde van bijvoorbeeld een kind voor zijn vader.