We volgen het leven van drie vrouwen: Gijsje (27), Saskia (41) en Elise (63). Ze wonen bij elkaar in de buurt, drinken vaak koffie samen en praten over elkaars leven en huishouding: over ontploffende wasmanden, houdbaarheidsdata, kindertraktaties en het verschonen van beddengoed. Gijsje moet nog aan kinderen beginnen, Saskia heeft een huis vol en Elise een leeg nest.
Het leven van deze vrouwen neemt algauw een belangrijke wending. Hoe verschillend ook, het gevolg ervan is voor alle drie dat ze gedwongen worden om na te denken over het huishouden dat ze voeren…
‘O, en weet je wat óók zo erg is? Van die etentjes op school, of op de sportclub. Dan hangt er weer zo’n intekenlijst bij de deur, en dan weet je ’t al: paasontbijt. Of sinterklaaslunch. Of kerstdiner. Dan moet je gehaktballetjes gaan braden. Of kipkluifjes. Of gevulde eieren maken. Of fruitspiesjes. Dat is écht erg. Een hele middag mandarijnpartjes en stukjes appel en banaan aan zo’n satéprikker rijgen. En dan kun je driekwart weer mee naar huis nemen, want fruit vinden ze veel te gewóón. Dat krijgen ze thuis elke dag al. Maar te ongewoon is ook niet goed. Maak je mini-tramezzini met artisjok, garnalen en geitenkaas, no way dat ze het eten. Of pompoengembersoep met amandelcroutons, ludiek opgediend in de uitgeholde pompoen. Vergeet het maar.’