De dagen bestaat uit heldere gedichten die hun oorsprong vinden in alledaagse ervaringen en waarnemingen, vaak in het Midden-Franse landschap waar Willem van Toorn een groot deel van het jaar woont – zoals de zorg voor hout voor de winter, de omgang met eeuwenoud gereedschap, het overtrekken van kraanvogels. Weer andere gedichten zijn ontstaan uit onontkoombare confrontaties met de dood, zoals de verrassende aanwezigheid van een overleden vader, de herinneringen van Dora Diamant aan Franz Kafka, en het delven van een graf voor een kleine hond. Wat de gedichten bindt is de gelijktijdigheid van vroeger en nu, van vergankelijkheid en voortbestaan.