In nood leert men zijn vrienden kennen, luidt het spreekwoord. De grote Romein Marcus Tullius Cicero kon daarover meepraten: in de nadagen van de Romeinse republiek in de eerste eeuw voor Christus raakte hij in de problemen doordat hij met zowel Caesar als Pompeius bevriend was. Beide heren, ooit goede vrienden, kwamen op voet van (burger)oorlog met elkaar te staan, en Cicero moest kiezen. Na lang aarzelen koos hij verkeerd: Pompeius trok aan het kortste eind en Caesar liet Cicero vervolgens een toontje lager zingen.
Cicero trok zich terug uit de actieve politiek en schreef een flink aantal filosofische werken. Een van de charmantste daarvan gaat over het onderwerp vriendschap en krijgt nu een nieuwe Nederlandse vertaling, verzorgd door de classicus en filosoof Rogier van der Wal. Cicero’s tekst verdient dat, want als stilist kent hij zijn gelijke niet, en wat hij over vriendschap te melden heeft is boeiend en actueel. Zelfs ontvrienden blijkt geen nieuw fenomeen!