De meer dan veertig teksten in deze bundel zijn uitermate geschikt als oefeningen in het omgaan met evenwichtsstoornissen: wat rechtop is gezet, blijkt bij nader inzien net even uit het lood geslagen.
De gedichten in De afstand staan in een traditie, maar het is de vraag in welke. Ze zijn zonder twijfel verhalend, tegelijkertijd echter hebben ze niets noemenswaardigs te vertellen. Soms worden forse afstanden afgelegd in ruimte, in tijd, in hoofden, en uiteindelijk is er maar weinig van zijn plaats gekomen. Dan weer is het omgekeerd, blijkt alles verplaatst.
De gedichten zijn afstandelijk. Ze bevatten geen boodschappen, zijn niet therapeutisch, niet hermetisch, niet verheven, niet geurloos, niet eenvoudig, niet oprecht, niet oneerlijk, niet vriendelijk, niet troostrijk, niet onbeschoft, niet vormvast, niet autobiografisch, niet stinkend, niet vormeloos, niet verzonnen, verzonnen.