Mijn achterlijke kat Lola

Sylvia Witteman

Katten zijn net vrienden: ze jatten eten van je bord, ze willen aandacht als je geen zin hebt en vice versa, en ten slotte gaan ze dood, met achterlating van een diep en machteloos verdriet. Na vele vergeefse bezoeken met haar stokoude witte kater Harry aan een dierenarts die ‘geen dier kan doodmaken’ legt Harry begin deze eeuw toch op nogal curieuze wijze het loodje. Nooit meer een nieuwe, besluit Witteman, want verdriet is er immers al genoeg. Maar eenmaal beland in een groene buitenwijk van Washington komt het er toch van, zelfs met twee katten tegelijk: de inmiddels legendarisch domme, dikke Lola, en haar schrandere, atletische broertje Ziggy. Ziggy wordt al spoedig dood- gereden, het gezin radeloos van smart achterlatend. Jarenlang regeert Lola vervolgens haar imperium alleen; slapend, in de weg liggend, of scheel kijkend van onbenulligheid. Dan arriveert het kleine streepjespoesje Siepie, en ontvouwt zich een koningsdrama. Kattenliefde is een klassiek literair thema. Tijd voor een bundeling van Wittemans kattenobservaties, aangevuld met een keur aan dierentuinverhalen.