Een reuzegroot prentenboek zo stoer als een drakenschip, over de tweeling Luuk en Lars, die we nog kennen uit het bekroonde Van twee ridders>. De jongens zijn in de ban zijn van de verhalen over Vikingen, die met hun drakenschepen zelfs tot aan Amerika varen. Hun vader vertelt hun ook over de mythische avonturen van de Vikinggoden, over Wodan, Donar, Loki en Frya, over IJsreuzen en Bergkoningen. De jongens dromen ervan zelf met een Drakenschip naar Amerika te varen, en op een woensdagmiddag gaan ze met een oude sloep het water op. Als ze de roeispanen kwijtraken en langzaam afdrijven slaat de paniek toe!