In Een koude oorlog reconstrueert Dirk Vellenga de Elfstedentocht van 1954, een wedstrijd waarvan de herinnering aan het tumultueuze verloop een aantal van de schaatsers die vooraan meestreden zelfs vijftig jaar na dato nog een kille huivering bezorgt.
De auteur verzamelde de stof voor dit boek door de grote namen van toen op te zoeken en hun anekdotes, ontberingen en snoeverij te noteren voordat dit onmogelijk is geworden. Daarnaast sprak hij met allerlei anderen (ooggetuigen en nabestaanden van deelnemers) en bestudeerde hij nauwgezet de onlangs vrijgegeven archieven van de Elfstedenvereniging en een groot aantal andere bronnen (waaronder ook radio- en beeldmateriaal).
Uit al dit materiaal kneedde Vellenga het uiterst levendige beeld van een wedstrijd: van de voorbereidingen, de nerveuze nacht voor de tocht, de kleding, het eten en drinken tot en met de animositeit in het schaatserspeloton vol koppige eenlingen die elkaar voor geen cent vertrouwen. Terloops ontstaat bovendien een haarscherp beeld van het begin van de onvergelijkbare jaren vijftig.
Een koude oorlog is geschreven vanuit een consequent vertelperspectief dat de illusie biedt dat alles zich voltrekt terwijl je het boek leest. 3 februari 1954 als een dag die nog beginnen moet.