In mei 2009 bestond Uitgeverij De Arbeiderspers tachtig jaar. Sinds haar oprichting in 1929 heeft de uitgeverij heel wat stormen doorstaan. Maar de hevigste storm vond wel tijdens de Duitse bezetting plaats. Kort na de capitulatie bezette Meinoud Rost van Tonningen ‘De Rode Burcht’. Hij had opdracht gekregen De Arbeiderspers om te vormen van een socialistisch tot een nationaal-socialistisch platform, naar eigen zeggen om ‘het ware volksche socialisme’ aan de arbeider terug te geven.
De nieuwe leiding stond voor de uitdaging de ideologische grondslagen van De Arbeiderspers te veranderen zonder haar trouwe lezers kwijt te raken. Toen de uitgever het verwijt kreeg dat hij de nationaal-socialistische regelgeving niet strikt genoeg doorvoerde, verweerde hij zich met de woorden dat De Arbeiderspers nu eenmaal moest blijven ‘marcheeren’. Maar hóé bleef De Arbeiderspers ‘marcheeren’?
Op deze en andere vragen geeft Frederike Doppenberg antwoord aan de hand van een kritische reconstructie van het uitgavenbeleid van ‘AP’ in de periode 1940-1945. Het resultaat is een boeiende en aangrijpende casestudy die nieuw licht werpt op de botsing tussen ideologie en pragmatisme van een Nederlands bedrijf in oorlogstijd.